Hak de ui grof en doe samen
met de hertenragout in een kom.
Voeg de rode wijn, de porto, de
helft van de tijm en de helft van de
laurierblaadjes toe. Dek af en laat
1 nacht marineren in de koelkast.
Haal de ragout uit de marinade
en dep droog. Giet de marinade
door een zeef en zet opzij.
Smelt
de boter in een grote kookpot
en bak de ragout aan alle kanten
goudbruin. Bestrooi met de bloem
en meng goed.
Overgiet met de
gezeefde marinade en de wildfond.
Voeg de rest van de laurierblaadjes
en takjes tijm, peper en zout toe.
Dek af en laat 1 u. garen op een
laag vuur.
Voeg de zilveruitjes
toe. Leng indien nodig aan met
extra water of wildfond. Laat nog
20 min. sudderen.
Kook intussen
de pasta gaar in lichtgezouten
water (kooktijd: zie verpakking).
Giet af.
Verwijder de harde
kern uit het witloof en schil de
appel. Snij allebei in lange reepjes.
Pers de citroen.
Schik het
witloof en de appel op een bord.
Bedruppel met het citroensap, de
yogorette en de honing. Werk af
met de veenbessen.
Schep de
ragout op de pasta en werk af met
de parmezaan. Serveer met het
witloofslaatje.