Verdeel de kabeljauw in 4 (per 4 personen) gelijke stukken.
Snij de helft van de ongeschilde courgettes in blokjes van
± 1 cm en de rest in grove stukken.
Snipper het look en 1/3 van de waterkers fijn.
Bereiding (30 min.)
Verwarm de oven voor op 180 °C.
Smelt intussen de helft van de boter in een kookpot en bak de courgetteblokjes 5 à 10 min. goudbruin.
Leg de kabeljauw in een ovenschaal en verdeel er de courgetteblokjes rond.
Verdeel de rest van de boter over de vis en kruid met peper en zout. Schuif ± 20 min. in de
voorverwarmde oven.
Warm intussen de puree op (instructies: zie verpakking). Meng er 2 el room (per 4 personen) en de
fijngesnipperde waterkers onder. Kruid met peper en zout.
Doe de rest van de courgette in de kookpot van de blokjes. Voeg het gepelde teentje look,
de rest van de room en het verkruimelde bouillonblokje toe. Laat 10 min. sudderen.
Meng er de laatste 2 min. de rest van de waterkers onder en mix tot een gladde puree
(hou 1 takje per persoon opzij voor de afwerking).
Verdeel de courgettepuree over de borden, schik er een stuk kabeljauw op samen met
de courgetteblokjes. Serveer met de aardappelpuree en werk af met blaadjes waterkers.